Fixeer het kruispunt van de takken of latten met touw of metaaldraad. Dit werkje kunt u het beste vooraf doen. Omwikkel het kruis met crêpepapier. Rijg van dertig pinda's een slinger. Rijg ook een ketting van de rozijnen of de krenten. Versier het kruis met de verschillende onderdelen. Zet het broodhaantje er tot slot bovenop.

Buxustakjes: zwaaien met palmtakken als Jezus Jeruzalem binnenkomt

Houten kruis: kruis waaraan Jezus op Goede Vrijdag sterft

Versiering (crêpepapier): het feestelijke karakter van de intocht. 

Broodhaantje: brood van het Laatste Avondmaal, de haan die kraait als Petrus Jezus verloochent, aankondiging nieuwe dag van Pasen

Slingers van rozijnen of krenten: de wijn van het Laatste Avondmaal.
12 rozijnen: de 12 apostelen.

30 pinda’s: 30 zilverstukken die Judas krijgt voor het verraden van Jezus.

Citroen/sinaasappel: spons met zure wijn waar Jezus van mocht drinken.

Eieren: teken van nieuw leven, verwijzend naar de verrijzenis.

 Doe de bloem, zout, gist en suiker in een kom. Maak een kuiltje in het mengsel en schenk daar de melk of het water in. Kneed alles goed door en dek de kom af met een vochtige schone theedoek. Laat het deeg ong. 45 min rijzen op een warme plek tot de hoeveelheid verdubbeld is. Verdeel het deeg in vieren en haal er van elk deel een plukje af. Kneed de haantjes in vorm en maak van de overgebleven stukjes vleugeltjes. Deze kun je met een beetje lauw water op het haantje plakken. Van de krentjes of rozijntjes maak je de ogen. Bak de haantjes in ca. 20 minuten in de oven (220’C).